Het strottenhoofd heeft twee belangrijke functies. Het voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt en het speelt een essentiële rol bij het produceren van geluid.
De lucht die wij inademen via de
neus of via de mond, komt in de keelholte. Vandaar gaat het langs het
strottenklepje de luchtpijp in en vervolgens naar de longen. Voedsel dat wij
doorslikken komt ook in de keelholte. Om te voorkomen dat het voedsel in de
luchtpijp komt, sluit het strottenklepje de luchtpijp af tijdens het slikken.
Het voedsel glijdt dan door de slokdarm verder naar de maag.
Lucht die door het strottenhoofd gaat, veroorzaakt een
trilling van de stembanden. Deze trilling brengt een geluid voort. Hoe groter
de druk waarmee de lucht tussen de stembanden wordt geperst, des te sterker het
geluid.
De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door de snelheid waarmee de
stembanden trillen. De mate van de snelheid (de trillingsfrequentie) is
afhankelijk van de spanning en de vorm van de ware stembanden. De stembanden
van mannen zijn meestal dikker en langer dan die van vrouwen. Dit heeft tot
gevolg dat de stembanden bij mannen zich langzamer bewegen: de
trillingsfrequentie is lager. Zij hebben dan ook in het algemeen een lagere
stem dan vrouwen. De spanning van de stembanden wordt geregeld door het
kantelen van het strottenhoofd, die verder verbonden zijn twee bewegende
kraakbeentjes die de vorm van de stembanden kunnen veranderen. Daardoor kunnen
we hoesten, fluisteren, zuchten, spreken, zingen. Tenslotte zijn ook de
stembanden zelf spieren, met een lengte van 1,5 tot 2 cm., die we kunnen
gebruiken om klanken te maken.
Het geluid dat in het strottenhoofd wordt gemaakt, moet nog worden omgevormd tot verstaanbare spraak. Dit gebeurt in de mond-, neus- en keelholte waarbij ook het gebit, de lippen, de wangen, het gehemelte, en de tong een belangrijke rol spelen. Elk van deze organen moet goed functioneren om duidelijk verstaanbaar te kunnen spreken.